Symphony
Symphony n° 1
Op zaterdag 11 maart 2017 ging Symfonie nr. 1 in wereldpremière met het Nationaal Orkest van België.
Kevin Houben liet zich inspireren door het werk van de Amerikaanse dichteres Emily Dickinson (1830-1886) en selecteerde drie gedichten: 'I died for beauty’, ‘There's A Certain Slant of Light’ en ‘Hope’.
De stad Peer (P-E-E-R) - de woonplaats van Kevin - is belichaamd in de noten si - mi - mi â™ - re met een expressief interval van een septiem tussen mi en mi â™. Deze cel is het hoofdmotief van de symfonie. Ook zijn familienaam H(ou)BEN is als muzikale handtekening in de compositie verwerkt. Daarnaast ontstaat er regelmatig een ritmisch patroon, dat de klank van de zogenaamde 'kleppers' nabootst. Een klepper is een plank met een handvat waarop, als hij wordt bewogen, een hamer klapt.
Deze drie motieven zijn door de verschillende delen van de symfonie heen verweven en zorgen voor de rode draad in het hele werk. Soms worden de motieven letterlijk gebruikt, soms komen ze in een gevarieerde vorm naar voren en soms zijn ze nauwelijks herkenbaar. Maar altijd structureren deze cellen de compositie op organische wijze. Zo verwijst Kevin Houben op een abstracte manier naar de onderliggende ideeën en roept hij eerder filmische stemmingen op die openstaan voor de ideeën van de luisteraar.
Beweging 1. Arise (sta op)
​
De symfonie opent met mysterieuze zachte, schrapende klankkleuren in de hoge en lage strijkers en de fluiten en klarinetten. Wat onbeduidend lijkt te beginnen, blijkt de opeenstapeling van al het muzikale materiaal te zijn als de kiem waaruit de symfonie zal ontspruiten. Het 'Peer Motif' klinkt groots en wordt vooral door de blazers afgedwongen.
Beweging 2. Hope
​
Het tweede deel is het ware muzikale hart van de symfonie.
De openingsbalken baden in een donkere, nachtelijke stemming. De sopraan klinkt zachtjes met lage tonen en geeft woorden aan de meditatieve stemming: 'Ik ben gestorven voor de schoonheid'. Kevin Houben weet de poëzie te verklanken in expressieve lijnen die samen met de verzen tot bloei komen.
Een instrumentale passage leidt naar het tweede gedicht, 'There's a Certain Slant of Light'. De akkoorden die aan de basis liggen van de melodieën zijn modaal en archaïsch. Variatie ontstaat door de subtiel verrassende harmonieën en sinistere tonen.
​
Plotseling worden alle duistere gevoelens en klanken weggeveegd terwijl de sopraan zich in het derde gedicht, 'Hope', afspeelt. Het klinkt als een ware hymne die meer en meer in de richting van de slotwoorden bloeit. De sopraan wordt ondersteund door de melodieuze violen in haar hoge, extatische noten. Dit muzikale hoogtepunt is een aaneenschakeling van de 'Houben' en het 'Peer Motif', dat door de sopraan in een zuivere vorm wordt gepresenteerd. De componist geeft een duidelijke boodschap: hoe slecht de wereld er ook uitziet, er is altijd de kracht van de hoop.
Beweging 3. Cherish (koester)
​
Na het ontroerende tweede deel is het tijd voor een feestje met een levendige finale. Het hoofdmotief van de stad Peer komt getransformeerd naar voren als een triomftocht. Voor het eerst in de symfonie klinkt het als een sterk signaal in een open, grote derde toonaard. Alle thema's en motieven culmineren uiteindelijk in een feestelijke apotheose.
​
​